Zijn jeugd in Meliskerke Jan Vader werd geboren in Meliskerke op 1 maart Op een gure maandag met storm- en sneeuwvlagen. De bevalling was bijzonder moeilijk en moeder en kind overleefden die nauwelijks. Gevolg was dat de rechter halsspier van het kind veel te ver werd uitgerekt, waardoor het hoofdje naar links overhelde.
Een soort harnas, dat met leer was bekleed, moest dit verhelpen. Maar in de 31 jaar dat Jan dit toestel heeft gedragen veranderde er niets. Zijn ouders waren Cornelis Vader en Maatje Jobse. In die jaren werkte Cornelis bij zijn broer Elizias in de wagenmakerij aan de Dorpsstraat. De beide inwonende broers van Maatje waren fel tegen haar huwelijk met Cornelis en vooral de jongste maakte haar het leven zuur. In de zomer van trokken ze in een woning aan de noordkant van het dorp.
Maar zonder baby. Zijn moeder stemde met tegenzin toe. Zij hadden niets tegen Cornelis persoonlijk, maar zagen hun enige dochter liever getrouwd met een boerenzoon. Maar toen haar moeder de jonge man beter leerde kennen viel haar tegenstand spoedig weg. Ze steunde verder haar dochter en probeerde ook haar man over te halen. Misschien dacht Maatje Jobse aan deze dingen toen ze voor de keus stond haar kindje bij haar ouders te laten.
Waarschijnlijk speelden ook geldelijke overwegingen mee. Zeker is dat haar besluit van verreikende invloed op het leven van Jan is geweest. Ook toen zijn ouders in de wagenmakerij van Oostkapelle overnamen bleef hun oudste zoon in Meliskerke. Daar was hij de lieveling van zijn grootouders. Wie waren die grootouders? In zijn jeugd heette hij Willem Willemszoon, maar met het invoeren van de Burgerlijke Stand werd het dragen van een achternaam verplicht.
Willemszoon werd toen Willemse. Waar de naam Jobse vandaan komt is niet bekend. Mogelijk van zijn moeders kant? In trouwde Willem met Kornelia Kolfer, met wie hij een zoon en een dochter kreeg. Deze Kornelia is blijkbaar vroeg overleden, want in hertrouwde hij met Maatje Benou. De rest met de gebouwen werd gepacht van de familie Sprenger in Middelburg. Martina overleed spoedig na de geboorte.
Willem Willemse Jobse was een klein mannetje met een opgeruimde, levendige aard. Lachend en zingend ging hij door het leven. Meeta hevlochte staeretje nae Middelburg toe. Al om een nieuwen rok. Den ouwen is verslete Dî zaete zôvee kebietertjes in die zulle klein-Jantje- opete! En brieng voor onze joentje lekkere koekjes mee. Koekjes mee vier oekjes an aole kanten even smal. Jantje kriegt die koekjes aol. As ’n stout is nie-men-dal!
Intussen duwde hij met zijn kousenvoet de houtblokken verder in het haardvuur, wat een scherpe opmerking van zijn vrouw opleverde. Maar hij lachte dan en zong vrolijk verder. Hij had een mooie stem maar zong op de draaierige, slepende toon die toen algemeen was. Alle huisgenoten, het personeel niet uitgezonderd, moesten daarbij aanwezig zijn. Ook in het openbare leven had Willem Willemse Jobse een rol.
Zo was hij jarenlang wethouder. Hij had een aanzienlijk boekenbezit. God weet hoe lang dat ik zal leven. Levik lang of levik kort dat is de Wil van onze God. Wm Wmse Jobse. Maatje Benou werd geboren in Ze was even klein als haar man en even eenvoudig en rechtschapen. Verder was ze in zowat alle opzichten tegengesteld. Ze was erg gesloten en sprak nooit meer dan nodig was.
Lachen deed ze zelden. Voor dieren had ze een grote liefde. In de stal praatte ze zacht met hen, waarbij haar kleinzoon haar meermalen betrapte. Haar lievelingen waren haar zoon Jacobus, haar schoonzoon Cornelis en haar kleinzoon Jantje. En natuurlijk haar man, met wie ze een bijzonder gelukkig huwelijk had. Opoe Ma was niet gauw uit haar evenwicht en vrees kende ze niet.
Waarna ze een heel eind met hem door de boomgaard liep, waar het aardedonker was. Opoe Ma zat bij het raam. Elke zondagmorgen woonde ze de dienst bij in de Ned. Waarbij Jan met haar meeging. Na het overlijden van haar man in zette ze het bedrijf voort met de hulp van haar ongetrouwde zoons Jacobus en Frans. Hoe moeilijk waren deze, haar laatste, jaren.
Maar op de derde Pinksterdag vernielde een hevige storm alle jonge groen. De bomen stonden kaal als in de winter. De bomen waren waardeloos omdat de eerste blaadjes waren afgerukt. Daarna regende het tot diep in het najaar. Het hooi werd onder water gemaaid en op blote voeten naar hogere plaatsen gedragen. Een gevolg was de leverbot-ziekte onder het vee.
Wat daarvan niet stierf vermagerde en gaf geen melk. Het graan schoot door op het land en de weinige aardappelen waren niet te eten. De wegen vormden een probleem apart. Bochtig, onbestraat en vol diepe kuilen. In zomertij was het rijden over de met diepe wagensporen doorploegde wegen een waar kruis. Vaak stonden zij geheel of gedeeltelijk onder water, want een doeltreffende afvoer van het hemelwater bestond er toen nog niet.
Het kon niet weg en bleef in de lagere streken staan. Hoe moet het dan wel in en volgende jaren zijn geweest? Want het bleven natte, ongunstige jaren tot Maar dat heeft opoe Ma niet meer beleefd. Ze overleed in het voorjaar van Ruimte en vrijheid. Daarin groeide Jan de eerste tien jaren van zijn leven op. Zij was vandaar uit te bereiken langs een smal, met lage buxuspalmen omzoomd klinkerpaadje.
Langs de hele lengte van de schuur lag een brede keistraat en tussen huis en schuur een grote groentetuin benevens een uitgestrekt erf. Daarachter lag de grote boomgaard. Vanuit de ramen in de voorgevel van het woonhuis dat tegen de straatweg stond, op het zuideinde van het dorp, had men een vrij uitzicht over heel de dorpsstraat. Met de scheve, uit het lood gezakte toren beheerste dit huis vrijwel het dorpsbeeld.
Ook de omgeving zou hij zich altijd met warmte herinneren. In Meliskerke was het stil en rustig en in de omgeving nog meer, maar in de Koetsjesweg was het stil in de overtreffende trap. Een haast hoorbare stilte, een sfeer die mij lief was. Hij was niet breed, meer wegeling dan weg en slecht onderhouden. De bermen waren aan weerszijden begroeid met tamelijk hoge, overhangende heesters, waardoor er haast altijd een drukkend halfduister heerste.
Urenlang kon ik daar vertoeven. Dan zat ik doodstil in de wegberm, de omgeving bevolkend met allerlei wezens uit mijn rijke, kinderlijke verbeelding. Als een soort beeldverhaal over de meest uiteenlopende onderwerpen. Deze platen waren van een miserabele kwaliteit en uitvoering maar door de kinderen fel begeerd. Ze konden op school worden gewonnen bij een wedstrijd in lezen of schoonschrijven met griffel en lei.
In en om de put stonden waterwilgen en tal van andere heestersoorten.
Zaterdag 15st, Maart 12:28:5 Am

Beschrijving:
Laziopontes |
---|
26 jaar vrouw, Tweelingen |
Terhorne, Netherlands |
Telugu(Vloeiend), Frans(Mooi zo), Oekraïens(Bekwaamheid) |
Producent, Kweker, Barman |
ID: 7954266815 |
Vrienden: annesouth1, Ginta |
Details | |
---|---|
Geslacht | Vrouw |
Kinderen | Wil |
Hoogte | 162 cm |
Toestand | Actieve look |
Onderwijs | Het gemiddelde |
Roken | Nee |
Drink | Ja |
Communicatie | |
Naam | Kate |
Profiel bekijken: | 5434 |
Telefoonnummer: | +312577-559-56 |
Stuur een bericht |
Gerelateerde berichten